In 2021 werd onze tuin een Worteltuin. Met 2200 m2 waarschijnlijk de kleinste van allemaal. Maar inmiddels weten we: formaat doet er niet zo toe. Veel belangrijker is de geborgenheid en veiligheid van de plek en de dingen die je er kunt ondernemen: samen genieten van het buiten-zijn, van de geur van pas gemaaid gras, van zingende vogels en zoemende insecten, van een fazant die krijsend uit de haag opvliegt, van een regenboog in de verte, van een sappige aardbei, van kleurige veldbloemen, van ….
Onze eerste Worteltuinbezoekers waren een vader en zijn 12-jarige zoon. Hun relatie was beladen en moeizaam, de zoon had al meermaals aangegeven, dat hij niet meer naar zijn vader wilde. Maar met een ontmoeting in onze tuin stemde hij na enig aandringen in. Zo kwamen een zenuwachtige vader, een terughoudende tiener en hun beider begeleiders op een wat grijzige septembermiddag naar Alteveer. Koffie, thee, sap en lekkers stonden klaar op de picknicktafel, maar daarvoor was weinig belangstelling. Voor een schepnet des te meer. En hoewel september nou niet het beste moment is om het slootleven in kaart te brengen: dat is wat er ging gebeuren. Vader en zoon verzamelden wat ze nodig dachten te hebben en verdwenen met net, emmers en zoekkaarten naar de sloot die langs onze tuin loopt. Daar kan je lekker zitten op een boomstronk, een beetje verscholen tussen de beplanting. De begeleiders haalden opgelucht adem, zaten samen gemoedelijk aan de koffie en voorzagen de natuuronderzoekers van koffie, sap en cake. Gejuich: “ik heb een vis gevangen!”
Een maand later komen ze voor een tweede bezoek. Deze keer staat een vuurtje stoken op het programma. Vader informeert vooraf of hij zelf hout mee moet brengen. Nee, dat hoeft niet. Maar misschien iets lekkers om te roosteren? Dat is een goed idee.
Ook deze keer is er weinig belangstelling voor wat ik heb klaarstaan op de picknicktafel, maar is dat opnieuw de plek waar de begeleiders zich thuis voelen…
Beiden zien hoe makkelijk het contact tussen vader en zoon hier verloopt. 30 meter verderop overleggen vader en zoon wie wat gaat doen. Vader wil meteen hout gaan hakken, maar de zoon eigent zich die klus toe. Met ons hakblok kan dat ook op een veilige manier. Hout stapelen in de korf. Vader wil demonstreren hoe je dat doet, een vuurtje maken zónder aanmaakblokjes te gebruiken. Dat valt niet mee. Ik volg het op een afstandje en zie de zoon rondkijken, zoekend naar mij. Hij rent naar mij toe: of ik misschien aanmaakblokjes heb. Zijn vader krijgt het vuur niet aan.
Met de blokjes is het een fluitje van een cent. Dan maakt vader zijn tas open. Plastic doosjes en lange prikkers komen er uit. Mijn baksels worden afgeslagen deze keer: kleine worstjes en geroosterde marshmellows worden vol trots uitgedeeld. En mijn muffins? Die gaan mee naar huis. Voor mama.
Porre’s Toen. Worteltuin in Alteveer (Gn). Geerte van den Wildenberg