Hij stapt binnen met een brede glimlach, helemaal onder de modder en nat tot op zijn onderbroek. Hij straalt, van top tot teen. Hij vraagt me of ik weet wat hij heeft gedaan met mama en ik doe net alsof dit nog niet te zien is. Mama staat er stralend naast. Dan vertelt hij honderd uit; hij is met mama door het gras gaan lopen, over de avonturenbrug naar een veldje. Daar heeft hij met mama zaadjes gepland en die water gegeven. Nu mag hij iedere keer met mama kijken of de zaadjes al bloemetjes zijn en dat vind hij heel bijzonder. 

Ook verteld hij over het drinken en dat er een lekker koekje klaar lag. Hij had er wel twee op. Giechelend doet hij zijn hand voor zijn mond, alsof hij daarmee zegt heel ondeugend te zijn geweest.
‘Van mama mocht dat, voor deze keer!’ 
Ik reageer enthousiast en kan het opkomend traantje moeilijk onderdrukken. Hij is nog maar vijf jaar en de afgelopen jaren heeft hij zijn biologische moeder altijd wel gezien, maar in een speelkamer. Die was fijn en sfeervol ingericht, men had zijn best gedaan, dat kon je zien. En toch miste er iets voor dit buitenkind; buiten rennen!
Zijn mama kijkt me lief aan. Ze zegt; het was zo mooi, ik heb hem nu voor het eerst zien fietsen!
Nou, die traan kon ik niet meer bedwingen, dat snap je. 

Na het bezoek moest hij eerst altijd even weer bijkomen, de energie moest eruit. Dat ging soms ook op minder fijne manieren, zoals schreeuwen of boos worden. Na het bezoek in de Worteltuin merkte ik dit niet en ik denk dat het zo simpel was als dat de energie er al uit was!
Hij had gerend, gehuppeld, gefietst en lol gehad. Met zijn mama.
En nu zit deze hartenmama ontroerd op de bank. Het ventje ligt rustig te slapen. Voor hij ging slapen verzuchtte hij; ‘ik hoop dat onze bloemetjes al zijn gegroeid de volgende keer’.
Nu weet ik niet of de bloemetjes al zijn gegroeid de volgende keer, maar over de wortels kan ik zeggen dat die weer een stukje steviger zijn.

Gezinshuisouder van P (5 jaar)